Abigail Favale groeide op in het evangelicale christendom, dat ze tijdens haar studies filosofie, gender en Engelse literatuur inruilde voor het postmoderne feminisme.
Ze engageerde zich in het academisch onderricht en werd docente gender studies en feministische literaire kritiek.
In 2014 werd ze opgenomen in de katholieke Kerk. Sindsdien doceert en publiceert ze vooral over thema’s die verband houden met vrouw-zijne en gender vanuit katholiek perspectief.
Abigail Favale is gehuwd en heeft vier kinderen.
Sinds een aantal decennia is in de Westerse samenleving de vraag opgekomen naar de betekenis van man- of vrouw-zijn. Een groep invloedrijke, postmoderne invalshoeken wordt met een Engels leenwoord aangeduid als ‘gender theorie’.
Vanaf het begin van haar academische loopbaan heeft Abigail Favale zich met enthousiasme aan deze nieuwe discipline gewijd. Gaandeweg ontdekte ze echter ook de beperkingen en eenzijdigheden die het genderparadigma inhoudt.
Met academische helderheid en menselijk mededogen beschrijft de auteur de oorsprong van de gendertheorie in het feminisme en het postmoderne denken. Ze ontrafelt de verborgen aannames van het genderparadigma en legt de effecten ervan bloot.
Toch is dit boek niet zozeer een academische uiteenzetting; het is ook een krachtige, ontroerende verwoording van het christelijke verstaan van de seksuele realiteit. Favale spreekt over de waardigheid van het lichaam, de sacramentele betekenis van de seksuele verschillen en de onderlinge verbondenheid van de hele schepping.